Op een gymnasium krijgen de leerlingen maar liefst zes talen: naast Nederlands, Engels, Duits en Frans krijgen de leerlingen ook les in Latijn en Grieks. Dat betekent dat ze voor al deze talen een flinke woordenschat moeten leren. Sommige leerlingen ondervinden daarbij moeilijkheden; wanneer de resultaten een paar keer tegenvallen, denken leerlingen al gauw dat ze het simpelweg niet kunnen. Maar vaak zit het in een verkeerde aanpak. Hieronder geven we enkele tips. Bij de ouderavond van klas 2 geven we elk jaar informatie over het leren van Latijn en Grieks. U kunt deze achtergrondinformatie terugvinden in dit bestand.
- Leren begint uit het boek: verdeel de woordenlijsten in kleine blokjes van 5-8 woordjes. Spreek ze een aantal keer achter elkaar hardop uit (ook Grieks en Latijn), maak ezelsbruggetjes of maak zinnetjes met de woorden die je moet leren. Herhaal deze woordjes en schrijf de woordjes die moeilijker te onthouden zijn een aantal keer (minimaal vijf keer) op. De ervaring leert dat leerlingen de woordjes vergeten te stampen: vijf keer achter elkaar het woordje met de betekenis opdreunen, voordat ze naar het volgende woord gaan. Vaak blijft het maar bij één keer en dan vergeten ze het woordje te snel.
- Wie schrijft, die blijft: dat geldt zeker voor woordjes leren. De motorische bewegingen bij het schrijven helpen om de woorden beter te onthouden - dit voordeel is er niet bij het werken op de computer. Bovendien geeft het computerscherm veel licht, dat vermoeiend is voor de ogen en de hersenen, die daardoor minder goed functioneren.
- Leerlingen kunnen 'flashcards' maken (op de voorkant schrijven ze het Franse woordje, op de achterkant de betekenis) en zo kunnen ze de woorden gemakkelijk door elkaar oefenen. Alleen uit het boek leren, heeft als risico dat men bij een toets nog wel wist dat het woordje het tweede van de reeks was, maar niet meer wat het ook weer betekende.
- Start met het leren van papier. Veel leerlingen kiezen ervoor om te leren via webpagina's van wrts, teach2000 of woordjesleren.nl. Die pagina's zijn echter bedoeld om te overhoren! Het kost daarnaast heel veel tijd om de woorden in te voeren; tijd die de leerlingen efficiënter kunnen inzetten. Ook het cijfer dat de leerlingen op die pagina's halen, komt niet overeen met de normering die Beekvliet bij de toetsen hanteert.
- Overhoor uw kind regelmatig en niet op de laatste avond - kent een kind dan de woorden niet, dan is er nauwelijks meer tijd om de woordenkennis te verbeteren. Pas wanneer ouders om welke reden dan ook niet kunnen helpen bij het overhoren, is het aan te raden om hulp op internet (wrts, teach2000, woordjesleren.nl) in te zetten.
- Woordjes Grieks kunt u ook overhoren als u het Griekse alfabet niet machtig bent! Laat uw kind de kleine grijze blokjes verspreid door het werkboek leren. Achter in dat werkboek staat een lijst met alle woordjes per hoofdstuk nogmaals, maar dan genummerd en in een andere volgorde dan in de grijze blokjes. Kopieer deze lijst, en dek de Nederlandse betekenissen af; de afgedekte lijst krijgt uw kind, u krijgt de lijst in het boek. U kunt nu de woordjes overhoren door te vragen naar bijvoorbeeld woordje 163; uw kind leest woordje 163 hardop in het Grieks (gaat dat lezen vlot, dan zit het wel snor met de uitspraak) en geeft de Nederlandse betekenissen, die u in de onafgedekte lijst kunt controleren.
- Herhalen, herhalen, herhalen: veel leerlingen beginnen te laat met het leren en leren daardoor te lang achtereen. Drie uur leren verspreid over een week of twee heeft veel meer effect dan één avond drie uur blokken.
- Houd telefoons en computers buiten bereik: elk 'pingeltje' haalt de leerling uit de concentratie. Bij het leren is multitasken onmogelijk.